Tanzania ligt in Oost-Afrika net iets ten zuiden van de evenaar, aan de Indische Oceaan. De hoofdstad is het centraal gelegen Dodoma, al zijn er nog veel regeringsfuncties in Dar es Salaam aan de kust. Er wonen nu 47 miljoen mensen en de bevolkingsgroei is hoog.
Staatkundig is het land een federatie, sinds 1963, tussen Zanzibar (en Pemba) enerzijds en het vaste land (Tanganjika) anderzijds. Vandaar de naam Tanzania. Aan het eind van de 19e eeuw is Tanganjika gekoloniseerd door Duitsland, maar dat moest het gebied na de eerste wereldoorlog afstaan aan het Verenigd Koninkrijk. Tanganjika is in 1960 onafhankelijk geworden, dus in 1963 gefuseerd met Zanzibar en daarna tot 1985 bestuurd door Julius Nyerere. Hij voerde een op Afrikaanse leest geschoeid socialisme in, ujamaa geheten. Een mijlpaal hierbij was zijn Verklaring van Arusha in 1967, waarin hij zijn plannen hiervoor ontvouwde. Economisch gezien was dat geen gelukkig beleid want het leidde tot enorme ondoelmatigheden, tot schaarste aan eerste levensbehoeften en andere goederen en een welig tierende zwarte markt. Er was sprake van economische achteruitgang, ondanks de vele fondsen die vanuit de westerse landen als ontwikkelingshulp beschikbaar werden gesteld.
Belangrijker is echter dat Nyerere een land achterliet zonder veel interne stammenstrijd of andere spanningen, in tegenstelling tot veel van de buurlanden. Alleen de verhouding tussen het vaste land en Zanzibar is soms wat gevoelig. In 1986 ging het roer om en is de economie geleidelijk hervormd. In 1992 transformeerde Tanzania zich ook van een eenpartijstaat naar een pluriforme democratie, al is de oorspronkelijke socialistische partij van Nyerere, de CCM, altijd aan de macht gebleven.
De belangrijkste middelen van bestaan zijn de landbouw, wat mijnbouw en het toerisme. Dat laatste is vooral een bloeiende bedrijfstak vanwege de vele prachtige wildparken die Tanzania rijk is.