Categorieën
Endulen

Naasharu

In de 31ste week van haar zwangerschap meldde zich half oktober j.l. Naasharu, een jonge vrouw van midden in de twintig met onbegrepen vaginaal bloedverlies.

Het was haar 4e zwangerschap en ze had gelukkig 3 levende kinderen. Er werd snel een echo gemaakt waarop te zien was dat de placenta de gehele uitgang van de baarmoeder bedekte; in medische termen een placenta praevia totalis. Een normale bevalling was uitgesloten en een keizersnee zou zeker moeten worden uitgevoerd. Gelukkig was het bloedverlies nu gestopt en we besloten medicatie te starten om de rijping van de longen te bevorderen waardoor de baby bij de geboorte meer kans had om in leven te blijven. Ook de bloedarmoede werd behandeld door haar een bloedtransfusie te geven. Fijn dat de logistiek van de bloedbank en van de apotheek goed functioneert. Fijn ook dat er nu dankzij donaties 3 anaesthesie-verpleegkundigen werkzaam zijn in het ziekenhuis en de operatiekamer 24/7 standby is. Met patiënte werd besproken dat een operatie onvermijdelijk was en dat ze moest worden opgenomen om het bloedverlies nauwgezet in de gaten te houden. Ze gaf aan dit te willen bespreken met haar echtgenoot en de familie om te horen of zij akkoord zouden gaan. Zelf mocht ze hierin géén besluit nemen. Wel moest ze zelf het toestemmingsformulier voor de operatie ondertekenen, voordat wij tot opereren konden besluiten. Het dilemma voor de artsen was nu wanneer tot operatie zou moeten worden overgegaan. We wilden eerst natuurlijk de longrijping met dexamethason 6mg 2x daags gedurende 48 uur bevorderen, tenzij ze opeens heftig zou gaan bloeden. Dan was een spoedoperatie onvermijdelijk. Gelukkig was dit nu niet het geval en we besloten indien mogelijk tot de 36ste week te wachten en in ieder geval 2 zakken bloed voor haar te reserveren.

Intussen probeerden we haar echtgenoot en de familie te overtuigen dat een operatie onvermijdelijk zou zijn. Helaas bleek de echtgenoot iedere keer dat we dit ter sprake brachten niet bereikbaar. Haar broer ging wel akkoord maar had geen beschikkingsrecht; haar moeder ging helemaal niet akkoord. Toen we uiteindelijk haar echtgenoot telefonisch – de mobiele telefoon is een zegen – konden spreken, gaf hij aan niet akkoord te gaan met een operatie en dat ze maar naar huis moest gaan om thuis te bevallen. Ik vertelde hem dat hij dan ervoor koos zijn kind en zijn echtgenote aan de complicaties van een thuisbevalling te laten overlijden. Toch bleef hij halsstarrig. Toen ik haarzelf, de moeder en de broer dit nogmaals uitlegde gingen zij uiteindelijk akkoord tegen de wil van de echtgenoot in. Gelukkig was ze nu inmiddels bijna 36 weken zwanger. Ik vertelde haar dat als ze nu zou tekenen, ze over een half uur moeder zou zijn van haar 4e kindje. Gelukkig tekende ze (met een vingerafdruk omdat ze niet kon schrijven) . Ik besloot de keizersnee zelf te doen, omdat het kindje zo snel mogelijk geboren zou moeten worden als de placenta tijdens de operatie los zou laten. De Maasai geloven gelukkig wel in God (Mungu) en ik overtuigde haar dat God ons zal helpen. Soms moet je God uitdagen…

Binnen een half uur lag ze op de operatiekamer; de nieuwe pas afgestudeerde arts met helaas nog weinig OK ervaring vroeg of hij de operatie mocht uitvoeren terwijl ik zou assisteren. Ik vertelde hem dat ik tegen de patiënte had gezegd, dat ik de operatie zou uitvoeren en dat ik mij verantwoordelijk voelde als er iets mis zou gaan. Toen ik de baarmoeder opende, spoot het bloed eruit door het loslaten van de placenta, maar het gelukte mij gelukkig snel onder de placenta te komen en daardoor een huilend babietje ter wereld te brengen van 2390 gram en na afnavelen de placenta snel handmatig te verwijderen. Het jongetje had een Apgar score van 9/10, hetgeen betekent dat het kindje het goed deed. Tijdens de operatie werd er een zak bloed aan de patiënte gegeven en ze herstelde snel na de operatie. Ze was overgelukkig evenals haar moeder en haar broer. De arts die graag de operatie had willen doen, erkende dat hij bij het zien van het bloedverlies in paniek zou zijn geraakt en dat hij blij was dat ik de operatie deed en het jongetje zo snel eruit had gekregen. Zo zijn onze onderlinge verhoudingen goed gebleven.

Het jongetje kreeg de mooie Maasai naam “Lebahati”, the lucky one.

Toch toont deze casus aan dat het beslissingsrecht van de vrouw bij de Maasai nog ver te zoeken is. Op de volgende bijeenkomst met de traditionele vroedvrouwen zal dit zeker aan de orde komen. Er is nog een lange weg te gaan in de emancipatie, maar gelukkig zijn we in dialoog met elkaar.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

acht + vijf =